OLDENZAAL – Deze zomer voegt scheidsrechter Björn Kuipers zich bij de absolute Europese elite. De 39-jarige Oldenzaler is een van de twaalf arbiters die het EK voetbal in goede banen moeten leiden. Kuipers is eigenaar van drie supermarkten en een haarstudio in Oldenzaal en vader van twee kinderen. Het interview vindt plaats in de kantoorruimte boven in een van de supermarkten. Op weg daar naartoe is de interviewer verdwaald in de Oldenzaalse binnenstad. Als ze het pand iets na de afgesproken tijd betreedt, staat Kuipers haar al op te wachten. Hij kijkt met een strenge blik op zijn horloge en zegt: ‘De wedstrijd is acht minuten geleden begonnen.’ Het past bij een scheidsrechter en zeker bij het karakter van Kuipers.
Een interview.
Heb je bepaalde karaktereigenschappen nodig om scheidsrechter te zijn?
Kuipers: ‘Je moet een manager zijn, een dirigent willen zijn, leiding willen geven. Als voetballer was ik al aanvoerder. Ik was een vervelende speler, ik had overal commentaar op, had regelmatig mot met de scheidsrechter, maar ook met de tegenspelers. Ik wilde optimaal presteren. Ik kreeg vaak een kaart voor praten. Dat ik ervoor koos zelf scheidsrechter te worden heeft ook met mijn vader te maken. Hij was scheidsrechter in het amateurvoetbal en ik ging altijd met hem mee. Ik mocht dan zijn tas dragen. Hij was een erg rechtlijnige scheidsrechter, in het veld tolereerde hij niets. Wanneer hij nu met me meegaat als ik ergens fluit, zegt hij ook altijd dat hij de wedstrijd allang had gestaakt. Al die agressiviteit in het veld vindt hij niet goed; een slecht voorbeeld voor de kinderen op de tribune. Rond mijn zestiende, ik speelde voor Quick ’20 in Oldenzaal, ging mijn vader bij hoge uitzondering naar een wedstrijd kijken. Meestal had hij daar toen geen tijd voor. Ik ben ook later begonnen met voetballen dan andere jongens. Mijn ouders konden me op zaterdag niet brengen en halen. Pas toen ik acht was kon ik op eigen houtje naar de wedstrijden. Ik was mid-mid, het was een vervelende wedstrijd, het liep niet zoals ik wilde. Op advies van mijn vader werd ik door de trainer gewisseld. “Als je alles zo goed weet, moet je maar eens een cursus voor scheidsrechter volgen”, zei hij. Dat ben ik gaan doen. Ik heb in Enschede een cursus gevolgd van het bondsbureau van de KNVB. Ik mocht al gauw oefenwedstrijden fluiten en dat vond ik meteen ontzettend leuk. Nadat ik de cursus gehaald had heb ik een tijdlang spelen gecombineerd met fluiten. Zaterdagochtend om negen uur floot ik bij de pupillen, om drie uur ’s middags speelde ik in de A1 van Quick. Vanaf mijn achttiende mocht ik bij de senioren spelen op zondagmiddag en de junioren fluiten op zaterdag. Het was hard werken, maar ik kom uit een no-nonsense familie, ik ben opgegroeid met hard werken. Dat was geen enkel probleem. Ik had alleen wel een schuldgevoel. Ik deed op zaterdag alleen maar leuke dingen, terwijl mijn ouders moesten werken.’
Meer over de loopbaan van Bjorn Kuipers, over hoe hij zijn drukke bestaan als toparbiter combineert met zijn gezin en werk en over het EK leest u in een uitgebreid interview in de nieuwe TwenteSport Magazine die in vrijwel alle boekhandels van Twente verkrijgbaar is.
Foto’s: Eric Brinkhorst
‘Daarin schiet ik te kort, mijn kinderen krijgen te weinig tijd van mij.’
Is dat ook de keuze van de kinderen?