ENSCHEDE – Het lijkt nog geen big issue, daags na het Europa League-duel tegen Wisla Krakow (4-1). Zondagmiddag ontvangt FC Twente hekkensluiter Excelsior. Geen reden tot vrees, zo lijkt het. Een duel die behoort tot de ingecalculeerde driepunters. ‘Ik heb ze op Eredivisie Live tegen Vitesse gezien. Excelsior is de tweede club van Rotterdam hè?’, luidden de woorden van Co Adriaanse, die des te meer terugblikt op de dominantie en het vleugelspel van gisteren.
Veel meer woorden worden vooruitblikkend simpelweg niet gewijd aan het Eredivisie-duel. Daar ligt de wedstrijd van gisteren nog te vers voor in het geheugen. Ook bij Adriaanse, die zijn ploeg bij vlagen uitstekende creaties op het veld zag leggen. Het is dat één journalist er nog naar vraagt, anders was de naam van Bryan Ruiz voor het eerst een keer niet gevallen. Het stille gemis naar de beste speler in Enschedese dienst ooit, zal nog lange tijd nasidderen, maar FC Twente was gisteravond ook over de vleugels weer eens dominant. Ola John liet Michael Lamey in de eerste helft duizelen, terwijl Emir Bajrami vooral na de rust het spel meermaals naar zich toetrok. Adriaanse knikt tevreden. ‘Toen Bryan vertrok heb ik de clubleiding gezegd: jullie blokkeren de ontwikkeling van Ola John en Steven Berghuis als er een nieuwe vleugelspeler komt. Voor de club en voor die jongens is het goed dat die er niet is gekomen.’
Hoewel de jeugdigheid er nog vanaf spat bij John, die bij acties naar binnen zijn harde schot moet vervangen voor een geplaatste variant, is hij een telkens dreigende factor, weet de trainer. Van Bajrami is Adriaanse net zo gecharmeerd, al tijden. ‘Hij is er doorheen aan het komen, dat zie je’, zegt de oefenmeester over het spel van de Zweed, die zich lange tijd moest aanpassen aan het spelsysteem. ‘Hij was drie keer dichtbij een doelpunt. Een treffer had hem nog meer geholpen.’
Daarnaast mikt Adriaanse op Ninos Gouriye, die zich in razend tempo ontwikkelt. Maar of het hem in de ogen van de voetbalwereld een goede trainer maakt, het brengen van talenten? Adriaanse knikt ontkennend. De trainer is naar Enschede gekomen voor de landstitel. En daarin is de wisselvalligheid van de jeugdigheid een gevaar. ‘Je bent een goede trainer als je prijzen pakt, zo zien ze dat buiten Nederland. Daar kijken ze niet of je jonge jongens hebt gebracht. Als Fred Rutten dit seizoen kampioen wordt, is hij een supertrainer. Maar hij heeft zich op veel posities versterkt.’
Het blijft het verschil tussen de topclubs, waar FC Twente vooral verkocht, kocht de concurrentie. Adriaanse moet het doen met jeugdig elan. En het siert hem des te meer dat hij daar nog nooit een wanklank over heeft laten vallen. Als Adriaanse alleen al meedingt om de titel, dan maakt dat juist hem de toptrainer.
Archieffoto: Co Adriaanse (TwenteSport.com)