Op zijn latere) (televisiejaren met Harry Vermeegen na waardeer ik zo ongeveer alles waar Henk Spaan de hand in heeft gehad gemiddeld met een acht. Spaan geeft als columnist cijfers aan de verrichtingen van sporters, vooral voetballers. Dat is dunkt me niet gek. Wat betreft zijn samenwerking met Vermeegen vond ik dat ze een prima radiospan waren, maar dat het vreselijk misging toen het televisie werd, met name doordat Vermeegen in toenemende mate het ongeinponem ging uithangen. Van die grappen die boertigheden blijken te zijn. Van die duo’s waarbij de ene de andere aftroeft óf óvertroeft. Uiteindelijk loopt het dan stuk. Vermeegen dacht dat het duo zijn talent was, Spaan zag dat hij met een zak meezeulde en besloot een telefoontje te plegen met de Reinigingsdienst. ‘Vuilnisman, kan deze zak ook mee?’ Dat kon. Opgeruimd staat netjes. En nooit meer iets van gehoord. Geparkeerd in het museum der mislukkingen.
Het laatste beetje kwaliteit sijpelde weg na de eindstreep van Tussen start en finish. Wie dat nog wil toetsen, raadplege het radiobegin van Spaan en Vermeegen en het einde ervan. Er is genoeg gruwelgein te zien toen Vermeegen zijns weegs ging en zich artistiek steeds verder vervuilde in ranzigheid.
Ooit interviewde ik Henk Spaan in het Spoortheater, eigenlijk Ons Gebouw, te Nijverdal, over deze periode en over zijn tweede carrière, post-Vermeegen, als medewerker van Hard Gras en daar weidde hij uit over het ontploffen van de samenwerking met Vermeegen, maar hij weigerde pertinent op die jaren af te geven, sprak louter over de eerste jaren, van de start tot de finish, louter lovend, want ‘we maakten een mooi radioprogramma, maar alles heeft een eind’. Ook zei hij dat je wat goed was goed moet laten. En verder vooruit moet kijken. ’Als het goed gaat en elkaar versterkt, blijf je samen, zo niet, dan ga je uit elkaar – het is net een huwelijk.’ En hij keek naar zijn echtgenote, want die was meegekomen naar Nijverdal. ‘We hebben het interview in dit theater aangegrepen voor een weekendje Twente. We kunnen dat nu nog doen, houden van het leven, van elkaar en van de natuur in al zijn vormen.’
Zijn samenwerking met Vermeegen was minder bestendig. In 1996 scheidden hun wegen. Aanvankelijk was zijn voormalige kompaan met zijn ‘regenjas’ succesvoller, maar uiteindelijk kwam Spaan balvast terug, met name toen hij voor de televisie ging samenwerken met Erik van Muiswinkel en Diederik van Vleuten, die ‘typetjes’ neerzetten, en steeds meer met Hard Gras als sporttijdschrift én ook nog een poos op de televisie.
Ik las dit weekend als abonnee uit aandrift in Het Parool de neerslag van een gesprek dat Maarten Moll met Henk Spaan had. Ik las dat de nu 73-jarige schrijver, die elle week aangename analyses en opinies ten beste geeft in de traditie van Journaille, om een fenomenaal voorganger te noemen, maar ik had ook Carmiggelt en Meijer kunnen aanhalen. Zelf bewondert hij, lees ik, de schrijfstijl van Hemingway. Het zijn grote schoenen…, maar Spaan heeft nu ook drie romans geschreven, waarvan ‘Stappen tellen’ de jongste boorling is. En die gaat over de gevolgen van een ‘sukkelval’.
Han Pape
FOTO: Het Parool