Benno Huve glimlacht. Twee uur sprak hij met een assistent van Cruijff-biograaf Auke Kok, maar in het lijvige boek is slechts één alinea aan de verwoede duels tussen Huve en Cruijff gewijd. ‘Ik heb hem van alles verteld, maar misschien was het allemaal toch niet interessant genoeg’, vertelde hij me gistermiddag.
Zijn vrouw Sinie was er als de kippen bij toen afgelopen vrijdag de lang verwachte biografie van Cruijff in de winkel lag. Want er diende een kort geding en dat had een verbod op de verkoop van het boek kunnen opleveren. Ze zochten vervolgens tussen de 640 pagina’s naar de citaten van Benno en vonden uiteindelijk na veel bladeren en zoeken een paar regels over de duels tussen de middenvelder van FC Twente en de crack van Ajax in de jaren tussen 1967 en 1973. Huve (foto) werd destijds gezien als een van de lastigste tegenstanders van Cruijff. Later kreeg hij op een dag een krantenartikel te zien met foto en al, waar in stond dat Cruijff altijd een gruwelijke hekel had gehad aan ‘die rooie van Twente’. Dat hij die krant toen niet meegenomen heeft, spijt hem ten huidigen dage nog steeds.
Terug naar het interview van de medewerker van Auke Kok met Benno.
‘Wat deed hij als jullie aan het voetballen waren?’ vroeg hij.
‘Niks bijzonders’, heb ik geantwoord. ‘We waren met de wedstrijd bezig.’
‘Spraken jullie met elkaar tijdens het voetballen?’
‘Nee. Als je aan het voetballen bent, heb je geen tijd om te praten.’
Huve vertelde van de taak die hij als mandekker van trainer Kees Rijvers meekreeg als Ajax bestreden moest worden. ‘Ik moest Cruijff volgen en zorgen dat hij niet aan de bal kwam. Ik moest hem zodanig afschermen dat ze hem niet aan konden spelen. Dat was mijn plicht en dat deed ik.’
In het boek staat dat de trainer hem had opgedragen Cruijff zo stringent te dekken dat hij zelfs mee moest gaan als hij zou gaan pissen. ‘Maar dat heb ik in dat gesprek helemaal niet verteld. Zoiets zou Rijvers nooit gezegd hebben’, zegt Benno.
Zo ging het jaarlijks bij de competitiewedstrijden tussen de vaderlandse topteams. Als Twente tegen Feyenoord moest, focuste Huve zich op Ove Kindvall, tegen Ajax stond hij op Cruijff en moest hij verhinderen dat het fenomeen de bal kreeg. ‘Logisch’, zegt hij vijftig jaar later, ‘als Johan aan de bal kwam, was je te laat. Zelfs een sliding omzeilde hij.’ En verder kreeg hij als taak om de plaatsen over te nemen van de backs Kees van Ierssel of Kalle Oranen als die naar voren gingen. ‘Ik was altijd heel geconcentreerd. Zelfs van de 5-1 overwinning in november 1968 herinner ik me van die vijf doelpunten maar weinig. Ik was altijd zo enorm intensief met mijn taken bezig dat ik zulke dingen na afloop niet eens kon navertellen.’
Met alle grappen, het ‘interview’ mocht dan twee uur geduurd hebben, er staat dan toch een alinea over Benno Huve, de eminente Cruijff-bewaker van FC Twente, in de veelbesproken biografie. Op pagina 207. ‘Het is sowieso leuk dat er nog iets daarvan in het boek vermeld staat’, zei hij gisteren, ‘en eigenlijk vinden mijn kleinkinderen het nog leuker dan ikzelf.’
Mooi verhaal. Op Delpher zal het bedoelde artikel ongetwijfeld te vinden zijn. Een foto uit het Parool van 20-12-1971 van een kopduel tussen de beide heren heb ik in ieder geval al opgespoord