Voor het eerst in lange tijd zag ik gisteren Eric Braamhaar uit Enter weer, vief en fit. Hij was scheidsrechter op een regionaal voetbaltoernooi voor regionale meidenselectieteams dat zich op het sportpark Spechthorst te Goor ontrolde. Ik was daar vanwege het aangewaaide meisje, dat als droom heeft Oranjeleeuwin te worden.
Eerst twijfelde ik toen ik hem zag: : is’ie het nou wel of is’ie het toch niet? Dat kwam doordat ik hem de afgelopen drie jaar een rol zag spelen op een verkeerd speelveld, namelijk dat van de politiek. Braamhaar was van de man die de Amsterdam Arena domineerde verworden tot de man die in de Wierden Arena elke wedstrijd verloor.
Hij was door de lokale opportunisten Nieuw Enter Wierden gevraagd lijstduwer te worden en werd – het was te verwachten – rechtstreeks in de gemeenteraad gekozen. Het mandaat was zó groot dat de partij er niet aan ontkwam hem ook voor te dragen als wethouder. Dat kwam goed uit, want NEW mocht als veruit grootste fractie twee schepenen leveren, zodat Braamhaar naast de gewezen beschuitenbakker Kortenhoeven ook op het pluche belandde.
Al snel bleek dat het politieke metier voor Braamhaar een beproeving zou worden. Hij was niet meer de baas in het veld en hij zag de overtredingen evenmin. Hij werd van baas tot knecht. In politiek opzicht was het bijzonder dat het CDA als kleinste collegepartij in de raadszaal met één wethouder NEW als de grootste partij volledig zoek speelde, eigenlijk buitenspel zette.
Braamhaar speelde in een voor hem verkeerde wedstrijd, met curieuze verwachtingen, ongefundeerd enthousiasme en ten slotte stond hij in figuurlijke zin voortdurend buitenspel, maar niemand floot voor een overtreding op hem, niemand liet hem scoren, hij werd medeplichtig gemaakt aan een Passie die niet de zijne was.
De man die volle stadions als Bernabeu Parc des Princes, Krestovsky , Stadio Olimpico en Wembley stil kreeg op basis van zijn kwaliteit als baas op het veld werd in de politieke arena zelf stil gemaakt.
De bestuurlijke neergang en stuiterval van Braamhaar zagen insiders van verre aankomen, want het ging steeds moeilijker maar zijn partij liet hem bungelen in plaats van in te grijpen, ook toen hij er groengrauwer en ongelukkiger ging uitzien.
Het was na de benoeming al vrij snel, zo niet meteen, duidelijk dat politiek geen sport was voor de scheidsrechter uit Enter. De Roskam kopte kort na de benoeming van Bramhaar dat een motie van afkeuring sneefde en een jaar later werd gemeld dat de moeilijkheden voor de wethouder toenamen, met kort daarna – 11 juni vorig jaar – het bericht dat Braamhaar na een vergadering onwel was geworden zich ziek meldde. Op de vraag van de Roskam aan voorzitter Nieuwenhuis of Braamhaar terug zou treden was dat voor de preses onduidelijk. Voor insiders niet.
Sindsdien heb ik weinig van Braamhaar vernomen, tot ik hem gisterochtend in Goor zag en sprak. Hij was naar eigen zeggen ‘goed te pas’ en zo zag hij er ook uit, als gezegd: vief en fit – kerngezond. En zo voelt hij zich ook, zei hij.
Han Pape