Op 2 december 2012 werd grensrechter Richard Nieuwenhuizen na een wedstrijd in Almere tussen jeugdelftallen van Buitenboys en Nieuw Sloten dermate toegetakeld dat hij diezelfde middag nog overleed. Van de zes jeugdspelers die namens Nieuw Sloten verantwoordelijk waren voor de mishandeling, werden er vijf levenslang geschorst door de KNVB, één van hun vaders die zich ook niet onbetuigd had gelaten kreeg zes jaar gevangenisstraf. Buitenboys en de nabestaanden ontvingen condoleances vanuit de hele voetbalwereld, voorafgaand aan alle wedstrijden werd een minuut stilte in acht genomen en voor de KNVB betekende het gruwelijke voorval het startsein van de actie ‘Tegen geweld, voor sportiviteit’. De campagne zou het begin van iets moois moeten worden, een teken van breekbare hoop op voorzichtig herstel, maar het werd een volledige mislukking.
Intussen zijn we immers ruim tien jaar verder en het aantal geweldsincidenten op de Nederlandse amateurvoetbalvelden is niet gedaald, integendeel: het is allemaal alleen maar erger geworden, met een gemiddelde score van bijna honderd meldingen per jaar. En misschien nog wel het meest treurige resultaat van deze tendens is, dat de moord op de grensrechter zeer waarschijnlijk niets heeft opgeleverd in wat een vorm van berouw of inkeer zou kunnen zijn. Op het sportpark in Almere, waar hij het leven liet, stond bij het veld dat naar hem vernoemd werd een bordje met de boodschap ‘Zonder respect geen voetbal’. Ja, u leest het goed: het stond er, het is helaas verleden tijd, want het is weggehaald omdat het de agressie bij tegenstanders alleen maar aanwakkerde. Bij elke overtreding van een Buitenboys-speler was de reactie: ‘Maar jullie zijn toch die club die tegen zinloos geweld is?’
De voorzitter van Buitenboys zat maandag bij Op1. Hij had de pech dat Jort Kelder de presentator van dienst was, want die heeft net zoveel verstand van sport als Sigrid Kaag van financiën en had dus geen idee waar het over ging. Bovendien had de NPO behalve Sinterklaas, die in de persoon van Jan Slagter een tenenkrommend optreden verzorgde, ook de KNVB uitgenodigd, maar die wilde helaas niet komen. Daar zijn ze kennelijk drukker met de vraag hoe ze in Qatar de kool en de geit kunnen sparen dan dat ze proberen te werken aan een afdoende oplossing voor dit maatschappelijke probleem op de eigen velden, hun core business. En vervolgens zijn we allemaal weer heel verbaasd en boos als het in onze grote steden opnieuw helemaal uit de hand loopt als een niet nader te noemen Noord-Afrikaans land een voetbalwedstrijd heeft gewonnen. Overigens, voor wie zouden die ‘jongeren’ zonodig respect moeten hebben? Toch niet voor die gênante mascotte van de Oranje supporters, mag ik hopen, ook wel bekend als de Tietenman? Het is zoals Freek de Jonge eens zei: het is niet te hopen dat deze beschaving ooit wordt opgegraven.
Peter Bonder