Je hoort steeds vaker over de spitsen van Heracles, waar alle reden voor is, maar de sprekers zijn kort van memorie, want ze beginnen meestal bij Samuel Armenteros, Brandley Kuwas, Adrián Dalmau en natuurlijk Cyriel Dessers. En steeds vaker over Silvester van de Water. Ze hebben of hadden ongetwijfeld zo hun capaciteiten, hoewel ik dat met name in het geval Dalmau waag te betwijfelen, want voor mij was dit Spaanse mannneke vooral heel erg goed in aanstellen, aandacht trekken, fratsen uithalen, inzonderheid het alsmaar bezig zich in de kijker te pochen.
Op zich heeft Heracles al die spitsen (helaas is het beroep van midvoor in onbruik geraakt) lekker op tijd en vooral voor goud geld verkocht en zeg nou eens eerlijk wie van bovengenoemden aan de Weezebeek node wordt gemist. Precies, niemand, want – en dat is de echte prestatie van het bestuur van Heracles – de spitsen zijn precies op tijd voor aangename transfersommen verkocht. Dat geldt voor Kristian Peterson, Lerin Duarte, Iliass Bel Hassani en Oussama Tannane. Aangekocht, bijgeschaafd, beter gemaakt (fysiek en psychisch) en hoppa verkocht aan bij voorkeur een club met kort zicht en veel geld. De transfermarkt is de enige veemarkt die nog bestaat. Silvester van de Water zal de zoveelste zijn. Een droomtransfer naar Orlando City of toch naar FC Utrecht.
Wat opvalt is dat veel volgers kort van memorie zijn. Elke laatste spits zou de beste zijn geweest. Waar is het collectieve geheugen gebleven? Nog een zegen dat Albert Vondeling, die toch een beetje van mijn generatie is, een allemachtig (en) zwaarwegend boek schreef over de historie van de club. Mannen van weleer. Een ( moet je dan zeggen) Joop Schuman, een Herman Morsink, een Dick Reekers, een Hennie van Nee en – natuurlijk – de iconische held van La Première tot in de Eeuwigheid – Hendrie Krüzen.
Nou kun je nog zeggen dat dit allemaal over vroeger gaat, maar dan begint vroeger wel heel snel. Als het over de spitsen van Heracles gaat, dan gaat om die voetballers uit de eerste alinea van deze tekst. Nooit meer hoor je spreken over Everton Ramos da Silva, over Bas Dost en zelfs niet over de jongen van de streek Wout Weghorst. Stuk voor stuk beter dan Samuel Armenteros, Brandley Kuwas Adrián Dalmau en zelfs Cyriel Dessers. Ik gooi er nog één alinea tegenaan om een punt te maken.
Deze alinea gaat over Folkert nooit op zondag Velten, de man van de Enterse werf. Hij kwam in 1988 bij (toen nog) SC Heracles’74 en tijdens de voorbereiding op dat seizoen met een oefenwedstrijd, nog aan de Bornsestraat, tegen het grote Real Madrid, waarin Velten de verdediging (José Antonio Camacho!) van de Koninklijke doorlopend dolde. Op één dag na alle dagen speelde de tovenaar uit Enter tien seizoenen in Almelo en scoorde tijdens 377 officiële wedstrijden 221 doelpunten. Velten was meerdere seizoenen topscorer van de eerste divisie.
Han Pape
Ja Folkert Velten, daar noem je wat. Een fenomeen die zijn kunsten nog nooit op het hoogste niveau heeft kunnen laten zien. Hij is te laat geboren. In deze tijd was hij financieel onafhankelijk geweest en hoefde hij niet, zoals nu, bij een kinderboerderij te werken. Of hij gelukkiger zou zijn geweest is de vraag. We weten het niet! Folkert was en is mijn idool. Jaren Heracles trouw gebleven en geen passant. Tegenwoordig willen ze al na drie goede wedstrijden hogerop en hunkeren ze al weer naar een nieuwe transfer, terwijl de inkt van het afgesloten contract van drie jaar nog niet droog is!
Ps. Uiteraard bedoel ik te vroeg geboren😉🤨🤔🤔