NIJVERDAL – Yasemin Smit (Amsterdam, 1984) van Het Ravijn debuteerde op haar zeventiende in het Nederlandse waterpoloteam, dat ze een jaar later al op het EK vertegenwoordigde. Als aanvoerster van Oranje won ze goud op de Olympische Spelen van Beijing in 2008. Daarvoor kreeg ze ter plekke de felicitaties van Willem Alexander, die toen al kon vermoeden dat het zijn moeder zou behagen om Yasemin tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw te verheffen. Als zodanig vertrok ze naar Olympiakos Piraeus, waarmee ze in 2009 en 2017 kampioen van Griekenland werd. Tussendoor dook ze ook op in Nijverdal, waar ze sinds kort weer helemaal terug is en vorige week met haar oude en nieuwe club de play-offs haalde, die ze helaas verloor van UZSC.
Hoe voelt om bij Het Ravijn weer terug op het oude nest te zijn?
‘Ik vind het heel leuk om weer bij Het Ravijn te spelen. Het is een club waar ik me echt thuis voel en daarnaast hebben we een leuke en fanatieke groep meiden.’
Kun je als olympisch kampioen nog een beetje normaal over straat in Nijverdal, of in Hellendoorn waar je nu woont?
‘Haha, ja hoor, geen enkel probleem. We dragen een capje in het water, dus ik word niet heel vaak herkend. Mensen reageren wel altijd enthousiast op mijn successen met Het Ravijn en het Nederlands team, zoals de zilveren WK- en EK-medailles.’
Hoeveel tijd besteed je per week aan waterpolo, hoe ziet een gemiddelde dag eruit en wat doe je naast het waterpolo?
‘Ik heb de afgelopen vijftien jaar voor het Nederlands team gespeeld, toen trainde ik 25-30 uur per week. Ik ben in december 2017 gestopt bij het nationaal team. Ik speel nog wel in de Eredivisie bij Het Ravijn en train daar op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag. En zaterdag en zondag zijn er wedstrijden. Daarnaast werk ik nu overdag als communciatiemedewerker.’
Je bent nu 33, met alle respect, maar hoe lang ga je nog door met het bedrijven van topsport?
‘Ik blijf bij Het Ravijn spelen zolang ik goed ben en het leuk vind.’
Wat gebeurt er allemaal onder water wat we niet mogen weten?
‘Waterpolo is een sport met wederzijds fysiek contact, er wordt ook wel aan badpakken getrokken en ik kom geregeld met blauwe plekken of krassen het water uit. Maar ik heb van een waterpolowedstrijd nog nooit een blessure gekregen. In mijn ogen valt het allemaal wel mee.’
Ook niet onbelangrijk: gaat FC Twente het redden?
‘Ze zitten momenteel in een lastig parket, maar ik hoop dat ze het redden. Het is goed voor de topsport in de regio.’
Laatste vraag: hoe lekker was het om Jack van Gelder na de olympische finale met pak en al in het zwembad te mikken?
‘Als we een prijs winnen, dan gooien we altijd de trainer in het water. Dat is een soort traditie binnen het waterpolo. Het was natuurlijk een leuk moment toen dit met Jack van Gelder gebeurde in Beijing.’