Het lijkt nog wat onwezenlijk maar de kogel is door de kerk. Kirsten Wild stopt met wielrennen. Nog enkele baanwedstrijden en dan zit het erop. Negenendertig jaar inmiddels, maar dit seizoen nog goed voor een bronzen Olympische medaille en haar negende(!) wereldtitel op de baan.
Afgelopen zondag nam De Zwaluwen, de club in Almelo waarmee het allemaal begon, alvast afscheid van haar als actief renster. Kirsten was als eregast aanwezig tijdens de jaarlijkse veldrit op het mooie wielercomplex in Almelo.
Ze begon pas laat met wielrennen, sloeg de jeugdcategorieën over. En in het begin zag het er nog niet echt naar uit dat ze tot een absolute wereldtopper zou uitgroeien. Dat dit wel gebeurde kwam niet alleen door het aanwezige talent, maar vooral ook door de enorme drive waarmee ze aan haar ontwikkeling als wielrenster werkte. Haar discipline, gedrevenheid, koersinzicht en tomeloze energie zorgden er tenslotte voor dat ze uitgroeide tot een wereldvedette.
Eerst alleen op de weg, met heel veel zeges tot gevolg. Vooral haar sprintcapaciteiten zorgden ervoor dat ze van succes naar succes reed. Won eendagskoersen, etappes in meerdaagse wedstrijden en ook eindklassementen. Al snelde groeide ze uit tot misschien wel de snelste op aarde. Snelheid, die ze later, nadat ze het baanwielrennen had ontdekt prima kon gebruiken. In 2015 schreef ze geschiedenis door acht jaar na Theo Bos eindelijk weer een wereldkampioenschap voor Nederland binnen te halen. Het bleek het begin van een periode die het baanwielrennen in Nederland tot een ongekende hoogte bracht en nog steeds voortduurt. Alsof ze met haar titel de weg c.q. de baan geëffend had. Graag had ze in 2016 ook op de weg een wereldtitel gepakt, maar in de woestijn van Doha bleek ze net iets tekort te komen in de eindsprint, tweede. Maar met nog acht wereldtitels erbij op de baan kun je zeggen dat de wraak op haar zelf zoet was.
Maar op welk niveau staat Kirsten aan het eind van haar loopbaan? Natuurlijk is vergelijken moeilijk. Toch behoort ze mijns inziens tot de Top-Vijf ooit. Het is niet gemakkelijk om dat te bepalen, want hoe kun je de prestaties van Marianne Vos ( weg, baan, veldrijden ) nu objectief vergelijken met die van Kirsten ( weg, baan ), Annemiek van Vleuten (voornamelijk op de weg, maar ook in tijdritten ) en Anna van der Breggen ( zie Van Vleuten ). Ik heb er lang over nagedacht en vond de oplossing. Wanneer je een uitdraai maakt op Wikipedia van genoemde rensters beslaat de carrière van Marianne Vos maar liefst vijftien pagina’s. Annemiek van Vleuten komt tot een totaal van acht, terwijl Anna van der Breggen op negen pagina’s uitkomt. En Kirsten? Ook negen. Nog even vergeleken met wereldkampioenen als Chantal Blaak en Leontien van Moorsel, die komen zelfs niet in de buurt.
Het keiharde bewijs is geleverd, Kirsten Wild behoort tot de absolute top.
Geen speld tussen te krijgen.
Harry Middeljans