Het was wat kil en mistig, op 13 oktober 2018 toen ik ’s morgens al vroeg het parkeerterrein van Het Hulsbeek in Oldenzaal opdraaide voor de tweede GOW-cross van dat seizoen. Het was nog rustig, in de hoek bij de inschrijving enkele auto’s van de opbouwploeg, midden op het terrein een camper met een Duits nummerbord. Die bleek er de gehele nacht al te hebben gestaan, met aan boord drie renners, van jong tot oud. Internationale deelname dus, altijd leuk. Het bleek te gaan om een master 50 plus, een nieuweling en een jeugdrenner. De master, tevens de trainer van de beide anderen, was een gerenommeerd veldrijder, Armin Raible, in zijn categorie tot de besten behorend. De nieuweling was Ben Laatsch, ook hij behoorde in Duitsland tot de top, en de jeugdrenner luisterde naar de naam Max Heiner Oertzen.
Max bleek goed te zijn, reed in categorie 2 en was veruit de beste. Versloeg Hugo Wessels en Puck Langenbarg. Ook tegen Ben Laatsch was niet te fietsen, hij won bij de nieuwelingen zoals hij dat enkele weken later in Enschede nog eens zou doen. De prestatie van Armin Raible mocht er ook zijn, tweede achter een andere Duitse grootheid, Michael Stenzel. En dat in een wedstrijd waarin je kleurenblind werd van de kampioenstruien. Zelden een wedstrijd gezien met aan de start zoveel Nederlandse, Duitse en Wereld/Europese kampioenen. En dat in een gewone laagdrempelige wedstrijdserie als de GOW. Of misschien wel juist daarom.
Afgelopen donderdag won Max Heiner Oertzen zijn eerste grote internationale wedstrijd, in het zand van Koksijde. Als junior. Het heeft even geduurd, maar de internationale aansluiting lijkt er voor hem aan te komen. En vanuit de GOW gezien een herhaling van zetten, want veelvuldig deelnemer Gert Jan Bosman won zelfs twee keer de wedstrijd in Koksijde. Als organisator van de veldrit in Sibculo is hij overigens nog steeds bij de GOW betrokken.
Het rijden van de GOW was en is voor veel renners de ideale manier om de winter door te komen. Dat er dan enkele talenten (ook) op veldritgebied doorbreken is mooi meegenomen. De bekendste van dit moment is natuurlijk Pim Ronhaar, maar ook Sofie de Boer stond in haar actieve periode vaak aan de start. En blijven we even in Twente, ook Ilse Pluimers, broer Rick en Lars Boven hebben GOW-bloed in de aderen. En diezelfde bloedgroep waart ook rond in de Achterhoek. Puck Langenbarg heeft inmiddels al WK ervaring en zal er straks in Tabor zeker bij zijn. En veel anderen hebben in de GOW de basis gelegd voor een geslaagd vervolg op de weg. Koen Bouwman was een vaste deelnemer, Gijs Leemrijze werd er beter en beter, net zoals de huidige Nederlandse Kampioen tijdrijden bij de junioren Ryan Gal en zijn streekgenoot Pepijn Reinderink , die op magistrale wijze het wegkampioenschap bij de beloften binnenhaalde. En ook hier komt Puck Langenbarg weer in beeld, met wegtitels bij de nieuwelingen meisjes en bij de junior-vrouwen. GOW-bloed, goed bloed.
De GOW heeft door bestuurswisselingen even een moeilijke periode gehad maar dit seizoen draait het weer al vanouds. Begonnen op het eind van de zestiger jaren van de vorige eeuw en nu nog steeds een must voor veel renners in de winterperiode. Eigenlijk een heel mooi eerbetoon aan de mannen van het eerste uur, zoals Peter Janssen, Ben Roessink, John Hol en Harry Kamphuis.
Harry Middeljans