Precies een week geleden spoedden zich meer dan 200 wielerliefhebbers naar het Hennie Kuiper Museum in Noord-Deurningen. Marianne Vos was er, voormalig kampioen veldrijden Reiner Groenendaal was er, uiteraard Kuiper zelf, alsmede tientallen renners en oud-renners uit het hele land en vooral ook uit de regio. Ze waren naar het grensdorpje afgereisd om Herman Snoeijink te huldigen. Ter ere van de man die in de vorige eeuw meer dan 365 keer als eerste de finishlijn passeerde, luisterden we – ook ik mocht erbij zijn – naar toespraken, zagen we beelden van weleer en konden we de expositie bekijken over de voormalige ‘grootmeester van de finishlijn’. Zo mag de 66-jarige winnaar zeker betiteld worden. Met de streep in zicht moest je van goeden huize komen, wilde je Herman kloppen. Dat lukte bijna niemand.
Ik keek rond en zag mannen als Hennie Kuiper zelf, Rudie Kemna, Arie Hassink, Jos Lammertink. Dat waren ooit uitstekende renners, die te vergelijken zijn met Herman omdat ze behept waren met die enorme wil om te winnen. Dat hoogste treetje van het podium, dat was je plek, daar wilde je staan, de grootste bloemenruiker was voor jou, de eerste die zich mocht melden bij de Rondemiss, dat zou en moest jij zijn. Zo was Herman en nog een klein aantal collega’s van hem.
In de laatste bocht vlogen ze door het kleinste gaatje langs de stoeprand om in een gunstige positie op de streep af te kunnen stormen. Herman was bij uitstek zo’n renner. Door zijn enorme drang om te winnen, door zijn verbetenheid om vooraan te willen finishen, lukte hem dat 365 keer.
Hoe vaak? Nog een keer: 365 keer. Ongelooflijk. Alhoewel Herman zelf glunderend luisterde naar al die anekdotes met dat bekende fiere lachje op zijn mond, kon hij zich ook die avond voor de zoveelste keer weer opwinden over de twee wedstrijden die hij in zijn ogen wel gewonnen had, maar die aan een ander werden toegewezen. Nee, dat aantal van 365 overwinningen klopte niet. Het moesten er 367 zijn. In de Ronde van Hengevelde wees de aankomstrechter als enige Hermans vriend Hassink als winnaar aan, alle anderen die op de streep stonden, zagen dat Snoeijink zes centimeter eerder was. De zogenaamde Meesterronde van zijn eigen woonplaats Denekamp won hij elf keer, maar dat moest twaalf keer zijn, want hij kan zich anno 2017 nog altijd enorm sappel maken over de keer dat hij ten onrechte gediskwalificeerd werd. Uitgebreid werd het vorige week dinsdagavond, daar in Noord-Deurningen, nog eens uit de doeken gedaan,
Het was een fijne avond met als uitschieter de hilarische toespraak van zijn broer Theo, die zelf ook wedstrijden kon winnen, maar in deze mooie sport in de schaduw bleef staan van zijn oudere broer. Hij karakteriseerde Herman op weergaloze wijze. Theo en zijn jongere broer moesten vroeger afwassen, stofzuigen, houthakken en ramen lappen, Herman hoefde niks te doen, want hij moest zich sparen voor de wedstrijden die eraan kwamen….
Herman was wegrenner en veldrijder, later was hij ook nog bondscoach, trainer en vertrouwensman van talrijke renners. Thans is hij parttime nog in dienst van Sunweb en is hij lid van het organisatiecomité van de Ronde van Twente. Maar het allerliefst was hij zelf nog wielrenner geweest. Lichamelijke malheur verhindert dat. Dat hij op 52-jarige leeftijd de Ronde van Overijssel nog reed en uitreed, zegt genoeg.
Hij werd nooit prof, bleef tijdens zijn actieve wielerleven gewoon in Denekamp voor de klas staan, want hij was schoolmeester. Deze crack van weleer kreeg deze avond een huldiging die hij nooit meer vergeet. Omdat een aantal wielergekken uit Denekamp een tentoonstelling aan hem wijdden in het Hennie Kuiper Museum, was dat het ideale moment voor een avond vol herinneringen, anekdotes en oude filmbeelden over de ultieme winnaar van destijds. Prima initiatief, want maar al te vaak gaan gaan kampioenen en voorbeelden voor de sport via de achterdeur de vergetelheid in.
Ik zou willen dat Herman nu nog een tournee zou maken door heel Oost-Nederland en nog verderop. Wie zou de hedendaagse jonge renners en eigenlijk alle jonge sporttalenten beter kunnen vertellen wat je moet doen en laten om een echte winnaar te worden. Hoe je moet trainen en vooral ook hoe je je mentaliteit kunt opvijzelen, tot je een onverbiddelijke winnaar bent. Zoals Herman dus bijna zijn hele leven was.
Mooi verbaal eerbetoon aan een man die nèt iets te vroeg geboren is en daarom ook té vroeg moest pieken
Dat de spotlight nog heel lang op hem mag staan als renner maar bovenal als mens – mooie lezing van deze prachtige avond
Herman,
Terecht deze aandacht; ook op WAF werd dit artikel gedeeld. To spoedig!
Groet, André