Sinds ik begonnen ben met het plaatsen van columns op deze site kreeg ik diverse keren de vraag waarom. Moest ik niet gewoon – veel te laat, hoorde ik als ondertoon – mijn rust nemen. Dat klonk logisch. Maar logica laat zich niet sturen. In 2014 stopte ik met mijn werkzaamheden als fysiotherapeut. In 2019 deed ik hetzelfde met mijn werkzaamheden als sportverslaggever.
Mijn carrière zat erop.
Daar kun je het bij laten.
En dat was ook zeker mijn bedoeling. Genieten van de vrije tijd, wat fietsen, wandelen, waarom zou ik iets anders doen dan de meeste pensionado’s?
Waar ik geen rekening mee gehouden had was mijn innerlijke onrust. Het niets doen kreeg vat op mij en dat voelde niet goed.
Daarom toch maar eens begonnen met het op papier zetten van allerlei dingen die ik mijn tweede baan, de verslaggeving, heb gedaan. Niet voor de publiciteit, maar gewoon om mijn eigen herinneringen naar boven te halen. De leuke momenten, de speciale momenten, en de slechte momenten. Want ook die laatste waren er bij.
Ik kreeg er plezier in, allerlei bijna verloren gegane herinneringen kwamen weer boven drijven, soms beleefde ik het opnieuw.
Maar niet voor de publiciteit zoals ik al aangaf.
Dat lukte dus niet. Je laat eens iets los tegen een bepaald iemand, die op zijn beurt het weer doorverteld aan een ander, die op zijn beurt dan weer contact met mij opneemt om me te bewegen het toch te publiceren.
Nee, dacht ik, dat doe ik niet. En ook toen het nog eens gevraagd werd, naar voren werd gebracht dat ik ooit al eens gevraagd was, maar toen te druk was, maar dat die reden niet meer opging zei ik nee.
Maar toen daarna de twijfel toesloeg wist ik dat ik de strijd ging verliezen.
Het resultaat zijn de columns die nu wekelijks zaterdags op deze site worden gepubliceerd. Een terugblik op mijn carrière, afgewisseld met columns over de hedendaagse sport. De eerste op 13 februari 2021, al was er ooit al eens een kortste column van Twente verschenen in februari 2015. Zes jaar later dus het vervolg.
Al denk ik niet dat ik dit nog zes jaar blijf doen. Hoewel, als je er plezier aan beleeft…
Harry Middeljans