Morgen is het zover, het absolute hoogtepunt van het wielerseizoen, het WK voor de profs. Plaats van handeling België , meer in het bijzonder Leuven, de finishplaats. En langzamerhand is de Belgische wielergekte tot een hoogtepunt gestegen. Want natuurlijk rekent men op een Belgische wereldkampioen. Wout van Aert is de man die vooruitgeschoven gaat worden. Logisch, als je kijkt naar zijn seizoen, naar de vele overwinningen, zowel in tijdritten, sprints als in bergetappes. Overwinningen tellen, maar wat nog meer telt is de wijze waarop het gebeurt. En daar is in het geval van Aert maar éen woord voor: imponerend. Of beter gezegd: IMPONEREND, in hoofdletters dus.
Met een wereldtitel voor Wout van Aert kan ik leven. Hij heeft zich inmiddels bewezen als een renner van een kaliber wat maar weinigen benaderen, laat staan bereiken. Het Kaliber Eddy Merckx. En juist Merckx gooide de afgelopen week de knuppel in het Belgische hondenhok. “Als van Aert onze enige kopman is, moet je eigenlijk Evenepoel thuis laten “zo zei Eddy. Het sloeg in als een bom. Evenpoel toonde zich “not amused “, vond dat “Merckx altijd wel een mening over iets had, zich overal liet horen “ . Maar ik was het volledig met Eddy eens. Merckx wees naar de wegwedstrijd op de Olympische spelen in Tokio, waar Evenepoel ook zijn eigen gang ging en het ploegbelang niet serieus leek te nemen. En dat zou zo maar weer kunnen gebeuren.
Wat Wout nodig heeft zijn mannen die volledig voor hem gaan. Renners met ervaring, renners die de koers kunnen lezen, niet voor eigen belang, maar die zich kunnen inleven in hoe van Aert het best geholpen kan worden. En die daar ook voor 100% voor willen gaan. Wereldkampioen wordt je nooit alleen. Ik twijfel, net als Merckx aan Evenepoel. Over zijn klasse hoeven we niet moeilijk te doen, die is geweldig. Die wereldtitel zal er ongetwijfeld wel een keer komen. Maar Evenepoel is pas sinds 2016 als wielrenner actief, heeft in die korte tijd al een erelijst opgebouwd die zijn weerga niet kent, deklasseerde de concurrentie en krijgt nu pas als prof serieuze tegenstand. Van Aert rijdt al veel langer, begon bij de jeugd en heeft de hele opbouw naar toprenner meegemaakt. Ook de tegenslagen. Het heeft hem gemaakt tot de renner die hij nu is.
Evenepoel ziet het rijden voor iemand anders als een stap terug. Hij zegt het niet, maar zo voelt hij het wel. Dit leerproces “ overkomt “ hem nu pas. Gewoon omdat hij er bij de junioren ver bovenuit stak, de beloftencategorie over sloeg en bij de profs zijn gang mocht gaan in zijn eerste periode. Door de successen en het schijnbare gemak waarmee hij deze binnenhaalde. De val vorig jaar in de Ronde van Lombardije, het lange herstel en het, achteraf gezien veel te hoge verwachtingspatroon na zijn terugkeer in de Giro heeft Evenepoel gemaakt tot een renner die niet meer op een eigen wolk boven het peloton zweeft. Op zijn huidige wolk bevinden zich meer renners van gelijke klasse, misschien zelfs wel beter. Zoals van Aert. En de acceptatie van die nieuwe status verloopt voor Remco nog niet gesmeerd.
Wout van Aert zal alle hulp nodig hebben. Want winnen is moeilijk, voor eigen publiek nog moeilijker. En de concurrentie weet dat. Een wereldtitel is dus bepaald nog geen zekerheid. Het kan ook zo maar opnieuw Alaphilippe worden, of Asgreen, en wat te denken van Mathieu van der Poel. Maar mijn gevoel zegt dat Wout van Aert vanaf maandag in de regenbuitrui in het peloton zal rondrijden.
En dat is hem van harte gegund.
Harry Middeljans