ALMELO – Het wereldkampioenschap wielrennen op de baan in Apeldoorn, dat vandaag begint en tot en met het weekend duurt, komen twee Twentse cracks in actie: Kirsten Wild en Jeffrey Hoogland. Vandaag aandacht voor Wild, morgen voor Hoogland.
Vier keer verschijnt Wild dezer dagen op haar thuispiste. Ze heeft achtereenvolgens de scratch, het omnium, de koppelkoers en de puntenkoers op het programma staan. De in Almelo geboren Wild dicht zichzelf op alle onderdelen kansen toe. ‘Ik zou graag nog eens in ‘n regenboogtrui rond willen rijden.’
Goede winter
Met wereldbekerzeges en twee EK-medailles laat Wild zich geen verwachtingen aanleunen. ‘Ik heb zeker een goede winter om op terug te kijken. De onderdelen die ik rijd op dit WK liggen me allemaal optimaal. Sinds de aanpassingen richting Tokyo 2020 geldt dat ook voor het omnium, en ook dankzij de aanwijzingen van Peter Schep begin ik steeds meer grip op de wedstrijden te krijgen. Ik ga dan ook met vertrouwen naar het wereldkampioenschap. Ik denk dat ik vier keer kan meedoen voor de prijzen, maar elk foutje kan worden afgestraft’, aldus een even gemotiveerde als optimistische Wild aan de vooravond van het WK.
Knop omzetten
‘Ik ben iemand die de knop elke keer weer om kan zetten. Ook als een onderdeel wat minder ging, zijn er de volgende dag nieuwe kansen. Hoewel ik nog maar één wereldtitel behaald heb in mijn leven, ziet toch iedereen – ook de concurrentie – me altijd als favoriet. Het zal wel komen omdat ik altijd voor de prijzen mee wil doen en me meestal ook in die strijd kan mengen. Ik heb ook geen moeite met die druk, al zou wat ruimte soms ook wel aangenaam zijn. Ik zie elke start toch als een kans om een medaille te winnen.’
Niet zo bang
Wild heeft een vol programma, maar vindt dat geen bezwaar. ‘De Olympische onderdelen omnium op vrijdag en koppelkoers op zaterdag wil ik sowieso rijden. De scratch is op de openingsdag en dan heb ik een dag om daarvan te herstellen voordat het omnium wacht. En dan is op zondag de puntenkoers. Het grootste risico dat ik heb, is dat ik dan misschien wat vermoeid ben bij dat laatste onderdeel. Maar daar ben ik niet eens zo bang voor.’
FOTOGRAFIE: Sportfoto.nl
