Als bestuursvoorzitter van Club48 mocht ik ook dit jaar weer het jaarlijkse feest ‘van de wielersport voor de wielersport’ organiseren. Op 4 december kwam de wielerwereld samen in Den Bosch om het waarschijnlijk beste wielerseizoen sinds de Tour-overwinning van Joop Zoetemelk in 1980 te vieren. Voor het eerst in de geschiedenis van Club48 stelden we de datum van het feest vast in overleg met de belangrijkste kandidaat voor de Gerrit Schulte-prijs: Tom Dumoulin. Maar natuurlijk mocht ook onze meest succesvolle renner aller tijden niet ontbreken. Ik benaderde import Parijzenaar Joop in augustus om te vragen of hij aanwezig kon zijn op de 4de. Hij vertelde mij dat hij op 3 december zijn 71ste verjaardag zou vieren met familie en vrienden. Hij kon op dat moment nog niet inschatten of de laatste gasten maandag op tijd zouden zijn vertrokken zodat hij naar Den Bosch zou kunnen afreizen.
Joop was een fenomenale renner en is een ongelofelijk aimabel en oprecht mens. Wij hebben van 1980 tot 1987 enkele jaren samen in het peloton vertoefd en ik heb het respect ervaren dat Joop door zijn persoonlijkheid en manier van koersen afdwong. Zoals in 1985. Een van de zwaarste en sportief lastigste, maar ook meest aansprekende koersen op de internationale kalender is de maartse etappekoers Tirreno-Adriatico. Een wielergevecht van een week, slingerend door de Italiaanse laars, over de steilste hellingen van de besneeuwde Apennijnen en voortdurend klimmend naar talloze schitterende en ommuurde middeleeuwse stadjes op heuveltoppen, allemaal beginnend met ‘Monte’. De gedurende lange tijd uitgeschakelde hotelverwarmingen worden vlak voor aankomst van de ploegen aangezet, onvoldoende om de in bedden en matrassen opgehoopte winterse kilte te verdrijven. De warme, Italiaanse wielerpassie compenseert echter veel.
In Santa Marinella werkten de tweehonderd gestarte renners de zeven kilometer lange proloog droog af. Het zou echter die week niet meer droog worden. De zware vierde etappe werd verreden onder Siberische omstandigheden. Italiaanse corridori huilden om hun Mamma en wilden staken. Tientallen renners gaven onderkoeld en uitgeput op. De voor de Kwantumploeg van Jan Raas rijdende Joop werd die rit derde en pakte de leiderstrui. Slechts zeventig renners stond in de uitslag. Joop had naast de leiding echter ook een probleem: hij had vrijwel geen ploeg meer. De tijdrit de dag erna won hij maar de laatste, zware etappe zou hij er met slechts twee ploegmakkers vrijwel alleen voor staan.
Het zal bij de echte wielerkenner bekend zijn dat tijdens de jaren tachtig de ploegen van Peter Post en Jan Raas op voet van oorlog leefden. Ik was vanaf TI-Raleigh 1983 een discipel van Post, in 1985 Panasonic-Raleigh. Voor de start van de laatste etappe naar San Benedetto del Tronto meldde Joop zich bij ploegleider Peter Post. Onze ploeg was nog vrijwel compleet en Joop had van de best geklasseerde Postmannen Lubberding (veertiende) en mijzelf (tiende) niet zoveel te vrezen. Joop en Panasonic sloegen de handen ineen onder het motto: ‘Joop voor jou altijd.’ Wij pareerden de aanvallen op Joop en trokken succesvol de sprint aan voor Eric Vanderaerden. Later dat jaar werd Joop magistraal wereldkampioen.
Een dag of tien voor het Wielergala belde Joop mij. Zijn verjaardagsgasten zouden tegen elf uur vertrokken zijn en hij zou vanuit Parijs naar ’s-Hertogenbosch afreizen, zoals beloofd. Hotelletje regelen was voldoende. Bij de uitreiking van de Gerrit Schulte Trofee voegde hij Tom Dumoulin toe dat de Giro winnen groots is. Maar dat het winnen van de Tour een nog geheel andere dimensie aan zijn leven zou toevoegen.
Dinsdagmiddag belde ik Joop om te informeren of hij goed was thuisgekomen. Hij was na een zeer geslaagd Wielergala vroeg wakker geworden en om vier uur in de ochtend uit het hotel vertrokken om de files voor te blijven. Om tien uur zat hij met zijn mooie vrouw Danny achter een bakkie koffie. Ik ben benieuwd hoe goed Tom over 44 jaar nog gaat zijn.
Theo de Rooij